Aarzel niet om u in te schrijven voor het volgende conferentie-debat op 23/01/2020, waar we de controledirectie van de FOD Economie zullen ontmoeten om alle vragen rond te gemakkelijk krediet te beantwoorden.
JURIDISCHE STEUNPUNT :
GESELECTEERDE THEMA’S : Tijdens onze contacten met schuldbemiddelaars worden wij vaak geconfronteerd met vragen over de overgang van minnelijke naar gerechtelijke invordering.
Mogelijk wordt u ook geconfronteerd met brieven van INTRUM waarin wordt verzocht om terugbetaling van de ziekenfondsbijdrage van PARTENA-MUTUALITEIT. We hebben een modelbrief opgesteld om dit te betwisten.
OPVOLGING VAN DE ACTUALITEIT : Onze juristen houden ook het juridische nieuws van de sector in de gaten, en deze keer vestigen we u aandacht op :
Een arrest van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 november 2019 waarin wordt bevestigd dat de forfaitaire verhogingen die de NMBS vóór 27/04/2018 aan de fraudeurs heeft opgelegd, onrechtmatig zijn. Daarom hebben we onze standaard protestbrief aangepast.
WAT ONZE PREVENTIEROL BETREFT :
Om de eerstelijnsrechtsbijstand te verbeteren heeft de Brusselse balie zijn juridische diensten gedecentraliseerd via de organisatie van de JUSTIBUS.
De Franstalige balie van Brussel organiseert sinds kort gedecentraliseerde permanenties vanuit een autobus die de 19 Brusselse gemeenten zal aandoen. Iedereen kan er terecht voor kosteloos eerstelijns juridisch advies.
Naar aanleiding van ons artikel van oktober over de ziekenfondsbijdragen, ontvingen wij vragen over brieven van INTRUM waarin de betaling van een schuld ten voordele van PARTENA-ONAFHANKELIJK ZIEKENFONDS werd geëist. Deze brieven bevatten enkel een verzoek tot betaling zonder te dreigen met juridische stappen, maar geven anderzijds ook geen detail van de schuld.
Deze mails zijn naar onze mening onwettig, aangezien de wet voorziet in een andere sanctie in geval van niet-betaling. Daarom hebben wij een standaardbrief opgesteld met onze argumenten en juridische verwijzingen.
Deze informatie werd gepubliceerd op de website van de VRT [1] : er is een wetsvoorstel ingediend om de bijkomende kosten die tijdens de minnelijke fase mogen worden aangerekend, te beperken.
Artikel verschenen in de nr 64 van het tijdschrift "Les Echos du Crédit et de l’Endettement".
De invordering van een schuld verloopt in twee opeenvolgende fasen, de minnelijke en de gerechtelijke fase, die de schuldenaar elk aan verschillende risico’s blootstellen. Zolang het dossier zich in de minnelijke fase bevindt, bestaat er geen risico dat een deurwaarder zijn meubels in beslag zal nemen. De schuldeiser kan enkel de betaling van de schuld eisen en daarvoor een incassospecialist inschakelen.
Voordat de schuldeiser een beslag kan leggen, moet hij een uitvoerbare titel bekomen, die de sleutel is voor het opstarten van de juridische fase.
Zoals u weet, is er sinds enkele jaren een krachtmeting aan de gang met de NMBS en haar gerechtsdeurwaarder, het bureau MODERO, betreffende de wettigheid van de forfaitaire toeslag (van € 200,00 en vervolgens € 225,00) die wordt aangerekend aan reizigers zonder geldig vervoersbewijs. Gaandeweg heeft de NMBS in dit verband gas teruggenomen om uiteindelijk haar algemene reglementaire voorwaarden op 27/04/2018 aan te passen en deze forfaitaire toeslagen om te zetten in administratieve boetes waarvan het bedrag niet meer kan worden betwist. Voor alle inbreuken die vóór april 2018 zijn vastgesteld, blijft een betwisting echter mogelijk.
Voor deze dossiers hebben wij zojuist een beslissing van het Hof van Justitie van de Europese Unie van 7 november 2019 ontvangen, die de zaken verduidelijkt. Zo wordt uitdrukkelijk het bestaan erkend van een contractuele band tussen de NMBS en de reiziger, ook als deze zonder vervoerbewijs op de trein stapt.